donderdag 19 augustus 2010

I are back

Ok lieve mensen, dit was het dan, mijn Japan avontuur 2010. Ik ben veilig geland en mis Japan nu al vreselijk. Tot over anderhalf jaar Japan!

zaterdag 14 augustus 2010

Gewoon sneeuw

G:"Yamapi is op deze foto echt mooi"
L:"Je kunt niet zeggen Yamapi is mooi, dat zeg je al als je Yamapi zegt."
S:"Ja dat is net als zeggen dat sneeuw wit is"
L:"Ja, je zegt toch ook niet van die sneeuw is hier echt heel wit"
G:"Maar soms is sneeuw ook een beetje geel"
L:"Wat is dat, dat is echt geen humor"
G:"Het is ook geen humor...het is sneeuw"

Dus voor het geval jullie je afvroegen wat het niveau hier in Tokio ongeveer is na een lange dag rondhobbelen door de straten van Harajuku en Shibuya, dit is het.
Na ons drukke weekend vorig weekend moesten we maandag even hard werken aan onze eindpresentatie. De methode hier in Japan is echt heel anders dan in Nederland. Wanneer je aan de universiteit een presentatie moet geven, geef je je onderwerp en de datum op en verder word je min of meer in het diepe gegooid. Hier werden we met elke stap begeleid. Er waren deadlines voor alles: van het onderwerp kiezen tot de opzet tot de uiteindelijke tekst en presentatie. Aan de ene kant was het heel vervelend dat we zo op onze vingers gekeken werden, zeker omdat je dat totaal niet gewend bent, maar aan de andere kant was het ook prettig dat je de hele tijd geholpen werd met je Japans en je je geen zorgen hoeft te maken dat je alles tot het laatste moment uitstelt.
Na ongeveer drie uur hard werken aan onze presentatie gaven we het op, onze hoofden konden absoluut geen een woord Japans meer produceren (en daarbij was ons verhaal ook af).
Op dinsdag zijn we na de lessen naar het epische Takadanobaba geweest. Jaja, een wijk in Tokio die Takadanobaba heet. En daar kom je dan elke dag met de metro langs als je naar school gaat. Takadanobabaaaaa, Takadanobaba desu! roept de mevrouw in de trein dan.
Het was verder echt geweldig. Want ieder grassprietje, lantaarnpaal en stoeptegel waren respectievelijk een Takadanobaba grassprietje, een Takadanobaba lantaarnpaal en een Takadanobaba stoeptegel. Beginnen jullie al te begrijpen wat de hitte hier met onze hoofden doet?
Het was best wel een normale wijk eigenlijk. We hebben lekker geluncht en toen zijn we naar huis gegaan.
Op woensdag was het tijd om de powerpoint voor onze presentatie te maken, verbeteringen in de tekst door te voeren en gewoon het hele gebeuren uit ons hoofd te leren. Dit gebeurde terwijl we de was aan het doen waren, dus het was een multifunctionele middag. Verder gebeurde er die dag niet heel gek veel.
Op donderdag begaven wij ons lichtelijk nerveus naar de school om onze eindpresentatie te geven. We kregen nog anderhalf uur om de presentatie door te nemen, waarin de docenten ons ook een aantal keer vroegen de presentatie alvast een paar keer voor hen te doen. 's Middags moesten we in de presentatie hal dus ook afwachten tot het onze beurt was een presentatie te geven. We waren als vierde van de acht, net voor de pauze. Dat was aan de ene kant heel fijn, omdat je dan in de pauze meteen kans hebt een beetje stoom af te blazen, maar we konden ook niet echt genieten van de drie presentaties die voor ons kwamen. We waren redelijk op van de zenuwen. We spraken voor alle docenten, een aantal mensen van het bestuur van de school, mensen van het Japan-Nederland Instituut en natuurlijk onze eigen groep uit Leiden.
Uiteindelijk ging het best wel goed op trillende handen en het geluid van de bel wat recht door mijn stukje heen ging na (en schoolbellen zijn hier niet zoals in Nederland, het is echt een episch lang deuntje, zie http://www.youtube.com/watch?v=GiUGia74jZ0&feature=related ).
's Middags ben ik met Gwynn en Sabine naar Harajuku gegaan, waar we hadden afgesproken met een Amerikaanse vriendin van Gwynn, die een Duitse vriendin van haar had meegenomen. We hebben de winkeltjes in Harajuku een paar uur afgestruind om vervolgens naar Shibuya te gaan om daar Okonomiyaki te eten (LEKKER!!!) en nog even voor het laatst de Book-Off daar onveilig te maken. Helaas was het een van die zeldzame keren dat ik niks tegenkwam wat ik wel wilde hebben.
Op vrijdag hadden we de laatste dag aan de school. Feedback van de presentaties, haiku, kanji en andere dingen. We hebben nog met z'n allen een Japans liedje gezongen en toen was het tijd voor de diploma uitreiking. Dat was verder niet een heel speciaal gebeuren, het was gewoon in het zaaltje waar we ook de presentaties hadden gegeven en dit keer zonder publiek (buiten ons klasje om dan). Wat wel leuk was, was dat de docenten voor iedereen individueel een stukje hadden geschreven in het Japans. Waar we goed in zijn, waar we nog aan moeten werken, dat soort dingen stonden erin.
We hadden met iedereen georganiseerd dat we de docenten een cadeautje zouden geven, namelijk een foto van alledrie de klassen, Umi, Kaze en Mori. Koyama-sensei, de docente van de Mori-klas (onze klas) moest zelfs een paar tranen laten waardoor wij ook met z'n allen met de tranen in onze ogen stonden. Een paar weken geleden vroegen de docenten ons wat we uit Japan mee konden nemen naar Nederland. De antwoorden luidden onder andere : de Book-Off, het treinsysteem, de automaten overal en zelfs Japanse kindjes (hier was de docente erg geschokt over). Nu zou het antwoord waarschijnlijk eenduidig zijn: onze docenten. Ze waren zo lief voor ons, ze hebben ons zoveel geleerd en ons zoveel geholpen. Ik ben ze in ieder geval ongelofelijk dankbaar voor de afgelopen vijf weken.
We zijn daarna met de hele groep (inclusief alle docenten) gaan eten bij een restaurant in de buurt. Dat was echt heel erg lekker en we zaten allemaal veel te vol. Weg wandelen bij de school achterom kijkend naar de leraren die ons uitzwaaiden was wel een beetje verdrietig.
Om de sfeer weer een beetje omhoog te krikken zijn we daarna met z'n vieren naar Shinjuku gegaan om daar voor souvenirs te shoppen. Dat hebben we best even volgehouden, we zijn daarna nog even door Kabukicho gelopen om te kijken of er 's avonds meer van de beruchte hosts stonden. Ze stonden er. We hebben ons weer kapot gelachen, maar het was toch ook wel heel duidelijk dat het niet een buurt is waar je alleen doorheen kon lopen. Als we bij een kruising wat langzamer gingen lopen om te bedenken welke richting we verder wilden nemen, werden we al aangekeken of ze ons binnen konden krijgen.
Uiteindelijk helemaal gebroken thuis gekomen, nog even een muziekprogramma gekeken en toen om tien voor tien gaan slapen.
Gisteren, op zaterdag hadden we een rustig ochtendje. 's Middags zijn we naar centraal Tokio geweest. We hebben rond het keizerlijk paleis gelopen en toen zijn we naar het Japanse parlementsgebouw gelopen wat helaas gedeeltelijk nog steeds in de steigers stond (vorig jaar toen ik er was stond het nog helemaal in de steigers). Het is niet het enige gebouw ook. De senso-ji en het station van de wijk Tokio (wat naar het voorbeeld van Amsterdam CS is gebouwd) stonden ook in de steigers, evenals een tempel in Shinjuku die we nog hadden willen zien. Nadat we naar het parlementsgebouw gelopen waren dus, zijn we het hele eind weer terug gelopen om daar vervolgens de metro te nemen naar Tokyo Tower.
Het was best leuk om die te zien en te weten dat hij groter is dan de Eiffeltoren, als je het me had gevraagd had ik gezegd dat de Tokyo Tower kleiner was. Op de een of andere manier had het een wat minder majestueuze uitstraling ofzo denk ik.
We hebben hier in de food court (jaja er zat een food court onder de Tokyo Tower) pizza gegeten en toen zijn we naar huis gegaan. We waren helemaal kapot (alweer) en ik ben om kwart voor tien gaan slapen.
Tot dusverre weer een belachelijk lange blog. Ik hoop dat het een beetje door te komen was.
Groetjes uit een veel te warm en vermoeiend Tokio! (van een Linda die haar handen niet meer voelt van het typen)

zaterdag 7 augustus 2010

0H HAi ThaR

Over de titel: 0H HAi ThaR, begroeting, kan ook gebruikt worden in de kortere vorm 0H HAi! Heeft epische proporties aangenomen in juli 2010, toen een groep Japanologen in Tokio dit als vaste begroeting gebruikten.

Het is alweer even geleden dat ik wat geschreven heb dus ik dacht, laat ik maar weer eens fijn een stukje gaan bloggen Zaterdag zijn we dus met z'n vieren, Sabine, Gwynn, Lonneke en ik, naar Odaiba (eiland in de baai van Tokio) te gaan om daar bij de studio van Fuji TV een kijkje te nemen voor onze eindpresentatie aan de taalschool. We houden een presentatie over Japanse drama series, waar we allemaal erg gek op zijn.

's Morgens vroeg gingen we richting het station Shimbashi waar we op de monorail naar Odaiba overstapten. Het ritje naar Odaiba alleen al maakte onze dag helemaal geslaagd. De uitzichten vanuit de monorail waren erg indrukwekkend. Ik denk dat ik van het dagje Odaiba zo ongeveer net zo veel foto's heb als van de rest van Tokio, mede met dank aan de monorail dus.

De brug naar het eiland, heet Rainbow Bridge, en we hadden gelezen op wikitravel dat als je echt heel graag wil, je daar ook overheen kon lopen Tenminste, als drie kwartier in uitlaatgassen lopen jouw idee van een leuke vakantie is dan. Toen we zelf in het treintje langs de auto's raasden waren we ook wel blij dat we dat niet geprobeerd hebben.

Eenmaal aangekomen op Odaiba, bleek Fuji TV een grote toeristenattractie te zijn. Stervensdruk dus en met zoveel merchandise te koop als je maar kunt bedenken. De ruimte waar een tentoonstelling zou zijn over de dramaseries die door Fuji worden gemaakt hebben we als enige denk ik niet gevonden. Dat was een beetje jammer, want dat was wel de aanleiding voor ons dagtripje. Uiteindelijk helemaal gek geworden van de schreeuwende stemmen van mensen die de menigte de weg wezen en presentatoren die op een groot podium luidkeels een hele drukke variety show stonden te reproduceren. En als ik zeg heel druk, dan bedoel ik ook echt heel druk. Dat beeld van Japan als rustig en beschaafd land is iets wat op tv absoluut niet overkomt. Het lijkt vaak of alle drukte en gekheid er op tv uit gegooid wordt. Wat niet betekent dat het af doet aan de aantrekkingskracht van Japan. Ik vind het zelf juist leuk dat het zo'n veelzijdig land is.

We zijn toen in Aqua City (het Odaiba equivalent van Sunshine City in Ikebukuro) even gaan lunchen en toen hebben wij ons naar het strand begeven om daar even met onze poezelige voetjes in de baai van Tokio te staan. De Stille Oceaan dus. Er is fotomateriaal van, ik heb bewijs, echt waar!!!

Er werd hier een speciaal evenement georganiseerd door Redbull met waterskiënde en windsurfende mensen. Jammer genoeg stond er niet veel wind dus het windsurfen faalde behoorlijk hard. We hebben hier ongeveer een uurtje in de schaduw gezeten en toen hebben we besloten dat het hoog tijd was voor een ijsje en een ritje in het belachelijk grote reuzenrad. Het ijsje was niet zo moeilijk, het reuzenrad gaf wat meer problemen. Het was een aardig eindje lopen en toen we daar eenmaal waren bleek het voor een rondje van twintig minuten 750 yen te kosten, ongeveer zeven euro dus. Daar hadden we niet zo'n zin in, omdat we ook niet dachten dat er airco in de plastic hokjes zou zijn. Derhalve zijn we dus maar een arcade hall binnen gegaan waar Lonneke en Sabine nog een rondje Taiko hebben geprobeerd. Taiko dat zijn normaal typisch Japanse trommels, maar in dit geval ging het om een spelletje waarbij het de bedoeling is op het ritme van het liedje dat je kiest te slaan op de trommels. Jammer genoeg stond er naast Sabine en Lonneke een jongen die het voor z'n beroep had kunnen doen dus dat was een beetje demotiverend.

Het liedje dat ze speelden is dan wel weer heel erg leuk, vind ik ten minste. Even goed om te weten: de l en de r zijn dezelfde klank in het Japans. Dat wil dus zeggen dat rol, lor en lol drie keer hetzelfde woord zijn voor een Japanner die Nederlands wil leren.

Enjoy!:

Nadat we hierna nog in een ander winkelcentrum genaamd Venus Fort hebben rondgehobbeld (wat vanbinnen een soort Grieks stadje moest voorstellen inclusief een plafond dat de buitenlucht a la Harry Potter weergaf) zijn we teruggegaan naar Shimbashi. Daar nog even tempura gegeten en bijgekomen van de lange dag tot dat punt. Toen richting Asakusa om het grootste vuurwerkfestival van Japan bij te wonen, de Sumidagawa Hanabi Taikai (Sumida rivier, vuurwerkfestival).

Als Japanners je vertellen dat de ochtend en avondspits de ergste hel zijn die je ooit gaat meemaken in een Japanse trein, dan zijn ze nog niet naar Sumidagawa geweest. Toen we al als sardientjes op elkaar stonden en ons al praktisch nergens meer aan konden of hoefden vast te houden, moesten we nog drie stations langs waar niemand uit wilde stappen, maar wel veel mensen instapten.

We hebben van verschillende Japanners excuses aangeboden gekregen voor de drukte en toen waren we er dan eindelijk. Het was nog even zoeken naar een goed plekje om het vuurwerk te bekijken; je staat namelijk niet aan de rivier zelf maar in een straat die er parallel aan loopt. Dit zorgde ook voor verwarring bij andere toeristen die in hun wanhoop maar aan ons gingen vragen waar het nou was. Toen het eenmaal begon was het wel zeker de moeite waard. Het vuurwerk was erg mooi en groot en er werd van alles en nog wat door elkaar heen afgestoken. Het was heel bizar om het zo warm te hebben en naar vuurwerk te staan kijken. Zelfs als je zomers in Scheveningen vuurwerk gaat kijken is het toch ook al vaak redelijk afgekoeld en is een jasje niet overbodig. Hele speciale ervaring dus.

Voor de Japanse toeschouwers leek het allemaal niet zo heel bijzonder. Er waren wel heel veel mensen in hele mooie yukata gekleed maar men leek er meer te zijn voor het festival en het mensen kijken dan het vuurwerk zelf. Er waren dus ook twee plaatsen waar vuurwerk werd afgestoken en de andere plek begon een half uurtje eerder. Er waren ook twee aardige Japanse jongens en een Japanse mevrouw achter ons die ons de uitzending daarvan op hun telefoon lieten zien (ja, je kunt hier dus al jaren tv kijken op je telefoon, komen wij met ons internet) maar zelf niet echt interesse leken te hebben om te kijken.

We zijn iets eerder weggegaan van het vuurwerk (het duurde anderhalf uur) om de drukte te vermijden en ook gewoon vanwege algehele doodheid.

Op zondag zijn we naar Ginza gegaan, de duurste wijk van Tokio (en aangezien Tokio een van de duurste steden ter wereld is, dan ook duurste wijk van de wereld???!!!). We hebben hier gezellig gewindowshopt als echte Nederlanders. We zijn nog wel een paar winkels binnen geweest. Namelijk een warenhuis omdat Gwynn meende dat ze daar vorig jaar met haar moeder mochi was gaan eten. Een soort zoet, klef, rijst cakeje is dat. Helaas was het kraampje in de betreffende food court verdwenen en waren we gedwongen weer de straat op te gaan. Die was helemaal afgezet en midden op de straat stonden ijssculpturen. Hartje zomer in Tokio betekent ongeveer 35 graden en natuurlijk zet je dan ijssculpturen in de volle zon neer. Doe ik thuis ook altijd.

Onze volgende bestemming: de Abercrombie & Fitch. Waarom: al sla je me dood. Sabine was er in januari al eens geweest en had ons al allemaal verhalen verteld over hoe fout het was. Helemaal donker met geparfumeerde lucht en foute Engels sprekende medewerkers (gerecruteerd bij modellenbureaus) waarvan enkelen erg schaars gekleed. Toen we binnenliepen werden we al begroet met een erg Amerikaanse “Hey welcome, check it out!” toen we daarna ook nog gevraagd werden of we met een halfnaakt model op de foto wilden besloten Gwynn en ik dat het voor ons niet zo nodig hoefde en we hebben ons gauw naar buiten begeven. Een enigszins moeilijk te vinden lunch bij de MOS burger (het is echt hel om een betaalbare lunch te vinden in Ginza) en daarna nog een bezoekje aan de H&M sloot ons bezoek aan Ginza af.

Doordeweeks hebben we niet veel bijzonders gedaan behalve dan dat op woensdag we met de groep naar het Japan-Nederland instituut zijn geweest om daar een bijzonder deprimerende lezing te krijgen over onze beroepsperspectieven in Japan zelf. Hoe dan ook, we gaan ons best doen om te zorgen dat het bij ons uiteindelijk allemaal toch nog gaat lukken. Want ik moet gewoon in Japan hebben gewoond voor een langere tijd dan dit.


Na die ellende zijn Gwynn, Sabine en ik naar de bioscoop was geweest. Woensdagavonden zijn in alle Japanse bioscopen ladiesnight, wat hier gewoon betekent dat dames tegen een gereduceerd tarief naar de film mogen. We zijn naar een film genaamd Chonmage Purin geweest. Dat gaat over een samurai die op een of andere manier (dat weet je aan het begin van de film nog niet) in de moderne tijd terecht komt en een talent voor bakken blijkt te hebben. Hoewel het echt als een of andere feverdream klinkt was de film echt heel erg leuk en ik zou hem ook zeker aan iedereen kunnen aanraden. We waren aan het begin van de film bezorgd of een hele film in het Japans zonder ondertiteling kijken niet veel te hoog gegrepen zou zijn, maar uiteindelijk was het behoorlijk goed te volgen. Er waren alleen kleine stukjes als er erg veel en snel gepraat werd waar we moeite mee hadden. Hij krijgt van mij een 5/5 want hij was gewoon awesome.


De planning voor dit weekend: vanmiddag een kengaku (leerzaam uitje) naar het hoofdkantoor van de Muji, waarvan we vorige week in een winkel zijn geweest. Daarna gaan we een enquête houden in Sunshine City om te informeren naar de mening van Japanners over respectievelijk Japanse en Amerikaanse dramaseries.

Voor morgen, zaterdag dus, staat een dagje Yokohama gepland. Een stad vlakbij Tokio dat aan de zee ligt en waar veel dramaseries zijn opgenomen. Van mensen die er al geweest zijn heb ik gehoord dat het over het algemeen een leuke stad is om een dagje in door te brengen.

Volgende week is alweer onze laatste week aan de Naganuma school, het is zo ontzettend snel gegaan. Als ik bedenk dat ik nog iets minder dan twee weken te gaan heb lijkt dat zo vreselijk kort terwijl ik hier vorig jaar maar twee weken in totaal was. Erg bizar.



Edit: Ok ik had het hele verhaal hierboven dus al getypt maar nog geen kans gehad om het online te zetten en inmiddels is de enquête en de dag Yokohama al geweest. Dus de blog wordt nog even een stukje langer, sorry guys!

Het uitje naar de Muji was op zich wel leerzaam. De reden dat Muji nog niet in Nederland zit: “De mensen zijn daar zo groot, daar kunnen we onze kleding niet verkopen” Dat vind ik een beetje een non-argument (zoals Sabine het eerder al zo mooi stelde) want er zijn wel al Muji winkels in Engeland, Duitsland, Frankrijk en zelfs Noorwegen geloof ik. Maargoed, Muji is wel cool, ik hoop dat ze er niet al te lang over doen om te bedenken dat ze de kleding ook weg kunnen laten of grotere maten voor Europa kunnen maken.

Na dit leerzame middagje op het hoofdkantoor van de Muji zijn Sabine, Gwynn, Lonneke en ik dus Ikebukuro ingegaan met de leraren, die ook maar meteen besloten dat we vier jongens mee moesten hebben om ons te beschermen tegen enge Japanse mannen. Het was erg lief bedoeld maar was absoluut niet nodig geweest. Na twee uur hadden we dan eindelijk twintig enquêtes bij elkaar en hebben we het voor gezien gehouden.

Deze zaterdag zijn we dus naar Yokohama geweest. Yokohama is met 3.6 miljoen bewoners na Tokio de grootste stad van Japan. Al met al was het verschil in de sfeer in Yokohama vergeleken met Tokio echt dat van dag en nacht. Yokohama had een veel minder drukke sfeer. Dat wil niet zeggen dat ik het beter of slechter vind dan Tokio. Tokio leeft heel erg, het is een stad die altijd in beweging is, waar van alles gebeurt. Yokohama is een veel rustigere plek, wat minder het centrum van alle drukte. Ik weet niet of het ook zo is, maar ik kreeg het idee dat Yokohama voor een groter gedeelte uit woonwijken bestaat dan Tokio.

Hoe dan ook. Yokohama is leuk. We kwamen daar rond het middaguur en zijn meteen Chinatown in gegaan. De Chinatown in Yokohama is de grootste van Japan en volgens Wikipedia ook een van de grootste ter wereld. Het is in ieder geval een erg leuk stukje stad om doorheen te lopen. Overal probeerden mensen achter kraampjes geroosterde(?) kastanjes te verkopen en dat was verreweg het normaalste eten wat je er kon krijgen, afgezien van de prijs. Haaienvinnensoep met bijpassende haai in etalages en torens van kreeften zijn maar twee van de vele voorbeelden. Uiteindelijk hebben wij geluncht met panda manjuu. Manjuu zijn een soort gestoomde broodjes, te vergelijken met bapao. Ze vullen ze met van alles, maar wij besloten voor de veilige (EN SCHATTIGE) chocolade versie te gaan. Ze zagen er uit als panda's, niet dat jullie meteen denken dat ik zo stoer ben dat ik echt wel even een stukje pandavlees verorber. Dat ben ik niet. Niet dat dat ook mogelijk is, die dingen zijn praktisch uitgestorven geloof ik.

Hierna zijn we naar de haven van Yokohama gelopen waar we Heel Veel Foto's hebben gemaakt. Van boten. En Bruggen (het waren Hele Grote Bruggen).

Rustig aan begaven wij ons richting iets dat werd aangegeven als de Red Brick Warehouse. Wat we daar zagen was gewoon onmenselijk wreed. Hele zwembaden stonden er uitgesteld. De inhoud: heel veel kleine kindjes met ouders. Daar konden we ons natuurlijk niet bij voegen. Nog even genoten van de airco en gekke spulletjes in de souvenirwinkeltjes en toen onderweg naar ons volgende doel, namelijk het reuzenrad van Yokohama. Wat echt een episch reuzenrad is dus. Het staat aan zee aan de ene kant en de stad aan de andere kant. Het was echt een ontzettend gaaf uitzicht. Maar voordat we daar aan kwamen zijn we nog even een winkelcentrum in geweest, waar ik een parasol heb gekocht omdat een zonnesteek niet ver uit zicht leek te zijn. Dat is hier trouwens heel normaal. Om met een parasol en lange mouwen te lopen, om je huid mooi wit te houden.

Maargoed, het reuzenrad dus. Episch.

Daarna besloten we dat het toch wel weer tijd was om op Tokio af te gaan. We zijn teruggegaan naar Ikebukuro om daar pizza te eten en daar stonden we voor een dilemma. Ze hadden namelijk twee maten pizza's. De ene 22 centimeter en de andere 32. Als ik in Nederland een pizza bestel van 32 cm doorsnee, is dat geheid te veel. Dus besloten we die van 22 cm doorsnee te bestellen. Wat best een lekker voorgerechtje was.

In Ekoda dus nog een sundae gaan eten in dat ene cafe met die leuke ober (die ons ondertussen ook al kent als de meisjes die zo van melon soda houden, omdat we dat in Nederland niet hebben).

Om 10 uur 's avonds was er nog een programma op tv waarbij Matsujun (een van Japan's bekendste idolen) Angelina Jolie ging interviewen. Hij probeerde het nog even in het Engels, wat echt hilarisch was, tot hij gewoon overging op Japans. Hij vond Angelina heel mooi dus dat werd ook even vertaald en toen zei Angelina dat ze Matsujun ook mooi vindt. Dat was wel schattig. Pas maar op, Brad!

Toen nog omdat Gwynn het verkeerd gelezen had in een tijdschrift tot laat opgebleven omdat volgens haar Kame (Kamenashi Kazuya, de K(en nu ook A) van KAT-TUN) in een sportprogramma te gast zou zijn (hij is gek op honkbal). Dat was dus niet zo, dus eindelijk, om 1 uur mijn bedje in gedoken. Het was echt een hele lange dag.

Vandaag hebben we even de enquêtes verwerkt en de opzet gemaakt voor de presentatie. Verder houden we even een rustig dagje omdat het vrijdag en zaterdag ook al zo druk was.

Morgen gaan we na de lessen alles in het Japans uitschrijven. Dinsdag gaan we 's avonds in Takadanobaba eten. Dat is een van de haltes onderweg naar school en we die naam heeft bij ons echt extreem epische entertainment waarde gekregen. Dus moeten we er wel een keer uitstappen hadden we maar besloten. Verder ligt het schema nog behoorlijk open voor de rest van de week.


Hoe dan ook, ik hoop dat ik met deze enigszins belachelijk lange blog mijn week radiostilte weer heb goedgemaakt. Warme knuffels uit Tokio van een Linda die geen gevoel meer in haar handen heeft van het typen.

donderdag 29 juli 2010

Over de helft

Jongens wat gaat de tijd hier toch snel. Ik betrap mezelf iedere dag weer erop dat ik zit te dagdromen over de dag dat ik hier in Tokio mag gaan wonen.
Zondag ben ik met Gwynn en Sabine naar Asakusa geweest. Je hebt daar een enorme tempel genaamd Sensou-ji en een heleboel kraampjes vol met de meest fantastische 'traditioneel' Japanse spulletjes. We hebben er niet lang kunnen rondlopen, met temperaturen over de 35 graden en een fel zonnetje waren we binnen een uur al op zoek naar een plek met airco en kakigoori (schaafijs). Na dit korte uitje zijn Gwynn en Sabine nog een keer naar een KAT-TUN concert geweest. Ik ben natuurlijk wakker gebleven tot ze terug waren zodat ze me er alles alles alles over konden vertellen. Stikjaloers was ik, maar Gwynn had wel het tourbook gehaald voor me, wat ze hier heel lullig een pamphlet noemen (hardcover boekwerk he), dus toen was ik wel weer blij.
Op maandag zijn we nadat we met de school een winkel bij wijze van onderzoek hadden bezocht, naar Harajuku gegaan. Daar hebben we hele lekkere crepes gegeten (ik had met cheesecake en bosbessen) en purikura gemaakt (een soort fotohokje maar dan met overbelichting, schattige achtergronden, ogen die veel te groot worden gemaakt en een achteraf hokje waar je nog schattige strikjes en hartjes en sterretjes etc kan toevoegen).
Omdat de crepes zo lekker waren en Takeshitadoori zo'n ...interessante plaats is, zijn we woensdag met z'n drietjes (Sabine, Gwynn en ik) nog een keer geweest.
Op donderdag hadden we weer een kengaku, een leerzaam en verantwoord uitje. Dit keer naar Toukyoudaigaku, afgekort naar Toudai en in het Nederlands 'gewoon' de universiteit van Tokio (dat is samen met Waseda Daigaku de meest prestigieuze universiteit van Japan, echt de elite). Dat had heel leuk kunnen zijn als we ook daadwerkelijk iets van Toudai gezien zouden hebben. Helaas werden we al meteen een kelder in geleid waar we in een, dat moet ik toegeven, indrukwekkende vergaderzaal een soort college over kuni-ezu hebben gevolgd. Dat zijn een soort mega kaarten die rond de 17e eeuw gemaakt werden op bevel van de shogun (dat was dus een beetje de baas, in naam was het de keizer, in de praktijk de shogun) . Met mega moet je dus echt denken aan een meter of 20 doorsnee bijvoorbeeld.
Het onderwerp interesseerde me op zich wel, maar omdat mijn Japans nog niet zo fantastisch is en de docente niet gewend was op een lager niveau Japans te spreken was het vaak moeilijk te volgen. De dingen die ik begreep waren over het algemeen toch dingen die ik in Leiden al geleerd had.
Na dit uitje ben ik met Gwynn en Sabine nog naar Ikebukuro geweest naar de Book-off waar ik weer twee cd's voor een paar euro heb gekocht. Eerste album van KAT-TUN en een Japanse uitgave van Fallen van Evanescence, waar een extra nummer op staat. Allebei maar 2 euro, daar ga ik het niet voor laten natuurlijk. Toen weer tempura gaan eten in ons geweldige tempura-restaurantje in Sunshine City en daarna weer naar huis om nog even een aflevering van de drama die ik nu met Gwynn kijk, te zien(Proposal Daisakusen, het grote huwelijksaanzoeksplan).
Vandaag gaan we in ieder geval nog even lunchen bij de Cheesecake Factory, waar ik heel nieuwsgierig naar ben en morgen gaan we een dagje naar Odaiba, een opgespoten eiland in de baai van Tokio. Daar gaan we als eerste voor onze eindpresentatie even kijken voor informatie bij de studio van Fuji TV en daarna lekker Odaiba verkennen. Met mooi weer kunnen we misschien zelfs nog wel naar het strand. 's Avonds is het vuurwerkfestival boven de Sumidagawa, de Sumida rivier, wat volgens mij het grootste vuurwerkfestival van Japan is. Ik heb er heel veel zin in maar ik ben ook wel een beetje bezorgd of dat wel goed gaat, met meer dan een miljoen man vuurwerk kijken.
Ik denk maar zo; je bent in Tokio of je bent het niet.


PS. De temperatuur is nu wel aangenaam hier, rond de 29 graden en regen. Lijkt voor ons net Nederland na de hittegolf die we hier gehad hebben.

zaterdag 24 juli 2010

Ueno & Tokyo Dome

Donderdag besloten we rustig aan te doen en na de lunch (maccas, jaja heel slecht) , zijn we op onze kamers huiswerk gaan maken en middagdutjes gaan houden etc. 's Avonds ook niet veel spannends meer gedaan. Op vrijdag zijn Lonneke, Gwynn en ik naar Ebisu gegaan. Een behoorlijk dure wijk die naar ons idee het beroemde Ginza qua prijzen zal evenaren. De reden dat we naar deze wijk gingen was dat hier een deel van een drama die we alle drie gezien hebben werd opgenomen. (Hana Yori Dango, als je het opzoekt zorg dan wel dat je de meest recente en Japanse versie hebt)
Het was verder wel een leuke wijk om in rond te hobbelen, de gebouwen en dergelijke zagen er allemaal heel goed uit.
Lonneke moest tegen drie uur weer op Shibuya zijn want die ging met Tom en Pim naar Inception. Gwynn en ik zijn toen teruggegaan naar Ekoda waar we nog een uur in de book-off hebben rond gekeken. Buit: Making of van Signal van KAT-TUN en Harry Potter deel 1 in het Japans. Kosten: 210 yen, dus ongeveer 2 euro voor een dvd en een boek. Allebei ook gewoon in perfecte staat. Ik hou zo van de book-off.
's Avonds nog een poging gedaan om Tonari no Totoro op tv te kijken maar hoewel het erg schattig was kon ik rond 10 uur mijn ogen niet meer goed open houden en besloot ik maar naar bed te gaan. Ik stond op het punt mijn bed in te duiken toen Gwynn ineens aan mijn deur stond. Of ik voor het concert van KAT-TUN op zaterdag een kaartje wilde overkopen want zij had betere kaartjes weten te krijgen. Het was 4000 yen, ongeveer 36 euro, dus daar zei ik geen nee tegen. Sabine uit onze groep zou dan het andere kaartje, naast mij, hebben dus algemene hyperheid zorgde ervoor dat het nog even duurde voor ik in slaap viel.
Op zaterdag vertrok ik met Lonneke om half elf richting Ueno, ook een wijk in Tokyo, om daar een dag in Ueno Park door te brengen. Dat park was dus veel groter dan we dachten. Voor 600 yen hadden we kaartjes voor alleen de dierentuin in het park gekocht en daar waren we al de hele middag mee zoet. Van die prijzen kunnen de Nederlandse dierentuinen nog wel wat leren. Er was hier ook een tv-ploeg bezig en volgens Pim zijn Lonneke en ik dus ook echt op tv geweest. Best wel soort van cool.
Om vier uur had ik met Sabine afgesproken op Ueno station, om van daaruit naar Tokyo Dome te gaan. Dit stadion biedt plaats aan 55.000 man en is dus groter dan de Arena in Amsterdam. Het concert werd vorig weekend twee keer gegeven en dit weekend twee keer, en alle vieren de keren was het uitverkocht. Ze zijn wel soort van populair hier dus.
Na wat rondgekeken te hebben bij de merchandise waar Sabine nog een led-lampje gekocht heeft, zijn we snel even wat gaan eten voordat we Gwynn bij haar gate ontmoetten om de kaartjes over te kopen. Toen naar gate 40 gegaan om daar op onze plaatsen erachter te komen dat het met verrekijkers (die we hadden) goed te doen was om de heren over het podium te zien rennen, dansen, springen, salto's maken en zweven (I kid you not). Ook de grote schermen boven het podium waren goed zichtbaar.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat het de beste show is die ik in mijn leven heb gezien, in het echt en op dvd. Als volgend jaar de dvd uitkomt ga ik jullie er allemaal mee lastig vallen. Dat jullie het maar vast weten.
Toen het concert voorbij was begaven wij ons richting uitgang waar met enorme kracht een wind werd opgewekt om iedereen snel bij de uitgangen weg te jagen. Dat was best wel heel bizar om mee te maken. Het was het soort windvlaag waar je in Nederland van omvalt als je aan het fietsen bent.
We hebben nog even rond het stadion gehangen, een flesje drinken gehaald bij de combini en nog even gewacht tot de stations rond het stadion wat rustiger zouden zijn. Toen we eenmaal terug waren in Ekoda nog tot half twee 's nachts (concert was van half zes tot half tien) hyper zitten doen met z'n drietjes en toen gaan slapen.
Gwynn en Sabine gaan vandaag nog een keer en ik zou eigenlijk ook wel willen. Niet dat het nog onmogelijk zou zijn om een kaartje voor niet veel meer dan gisteren te krijgen, maar dan zou ik daar alleen zitten en eerlijk gezegd gaat dat me dan net weer iets te ver. Toch wel ja.
Vandaag gaan we eerst nog even een paar uurtjes tijd doden in Asakusa, naar de Senso-ji. Asakusa is een beetje het (toeristische) oude deel van Tokio.
Dus misschien blog ik vanavond nog wel een stukje daarover. In ieder geval de groetjes uit een lichtelijk geobsedeerd Tokio!

PS: Lieve mensen heel erg bedankt voor de emailtjes, ik word er echt zo blij van om dingen uit Nederland te horen :D
PPS: Over die aardbeving: er waren nog best wat metro lijnen die de hele dag vertraging hadden vanwege de aardbeving. Toch wel iets heftiger dan gedacht dus.

donderdag 22 juli 2010

Voor het geval dat

Voor het geval er vandaag nog iets op het Nederlandse nieuws over komt: er was hier vanmorgen een kleine aardbeving. Ik werd er wakker van maar er was uiteindelijk niet veel aan de hand. Dus, eigenlijk heb ik niks te melden. Don't worry, be happy!

woensdag 21 juli 2010

De week door midden

Het is vandaag woensdag en dat betekent dat de week weer door midden is. Of dat vond Bas vanmorgen ten minste. Wat mij betreft mag deze zomer nog wel een paar maanden langer duren, doordeweeks heb ik bijna net zoveel plezier hier als in de weekends en ik heb alleen 's morgens wat moeite met het vroege opstaan. Maandag hebben we niet veel gedaan. Lonneke was met Tom naar de wijk Asakusa gegaan en ik ben met Gwynn in Ekoda gebleven. We hebben beneden in het washok even de was gedaan samen, bij de combini (convenience store) een zakje (!) schaafijs met mango smaak gehaald en gewoon even rustig aan de hitte uitgezeten in onze door airco gekoelde kamers. 's Avonds bij een izakaya, een soort pub, gaan eten waar we volgens mij teveel hebben betaald maar wel lekker hebben gegeten en daarna zijn we Lonneke gaan halen om nog even gauw een uurtje karaoke te doen. Dat was erg leuk toen we doorhadden hoe het systeem werkte en we waren al snel niet meer te stoppen. Helaas werd het al snel half 9 en zat onze tijd erop.
We zijn toen terug gegaan naar de mansion want om 9 uur begon de eerste aflevering van de nieuwe drama van Matsujun (voluit Matsumoto Jun), die wij gewoon gaaf vinden omdat het zo'n ongelofelijke diva is. En vooruit, hij lacht lief.
De drama was wel leuk om te zien maar wat een naam heeft dat ding. In het Japans is het: Natsu no koi wa nijiiro ni kagayaku, oftewel, zomerliefde schijnt in alle kleuren van de regenboog. Ja, dat is de echte naam van dat ding ja. Het verhaal wordt nog mooier want in het reclameblok meteen na het einde van de serie zagen we een reclame waar onze monden van openvielen. Ze hebben namelijk een manier bedacht om Matsujun, hoewel het een man is, toch reclame voor mascara te laten maken. Hij is in de reclame namelijk de wetenschapper die zo slim is een nieuwe mascara uit te vinden. Ja ja, staan jullie niet net zo verbaasd als ik? Nu is Arashi (de band waar Matsujun bij zit) straks echt overal, ze zijn namelijk nog niet vanuit elke hoek van Tokio zichtbaar. Ahum. (Niet dat ik klaag, hun reclames voor wii party zijn echt leuk)
Dinsdag begonnen de lessen dan weer, het kostte ons allemaal net wat meer moeite om de motivatie op te brengen onszelf weer in de volle treinen te proppen en de heuvel op te lopen naar de taalschool, maar we waren er toch weer ruim op tijd. Met temperaturen rond de 35 graden echter, waar op het weerbericht al waarschuwingen over gegeven werden besloten Gwynn en ik na de lessen nog even op de school te blijven om daar in de airco ons huiswerk te doen.
Vandaag was het al net zo lekker koel, dus herhaalde het plan zich. Het verschil? Gisteren zijn we na het braaf huiswerk maken op zoek gegaan naar de book-off om daar eens lekker goedkoop cd's te gaan kopen. Dat lukte zo goed dat we na het eten ook nog naar de book-off in Ikebukuro zijn geweest, waar ik ook weer geslaagd was. Ik kom straks echt met een stapel tweedehands cd's terug waar je niet goed van wordt geloof ik. Erg blij was ik met de singles KAT-TUN met Real Face en News met Weeek (de derde e hoort daar).
Vandaag maar even rustig aan doen met het geld en morgen zitten we hier alweer twee weken. Het gaat me veel te snel, de tijd. Ik mis iedereen heel erg, maar ik zou hier graag voor een langere periode blijven. Als ik terugkom maar eens wat serieuzer gaan informeren op welke manieren dat mogelijk zou zijn. Groetjes vanuit een te warm en zonnig Tokio!